De Gorse maakt deel uit van de
vlinderbloemenfamilie, de papilionaceae. Het is een vrij zeldzame, grote doornstruik die op droge heidegrond en rotsachtige bodem groeit.
De struik is bekend langs de hele
Atlantische kust van Europa is. Hij kan een hoogte van 2 meter bereiken. De bloeitijd
is van april tot juni, maar de bloei is ook al mogelijk in
december of januari. Het is een groen blijvende plant. De bloemkroon is geel of
bruinachtig, vaak fluwelig behaard, evenals de kelk. Na de bloei
ontwikkelen zich korte, dikke peulen met weinig zaden. Bij de hommels is de
bloem erg geliefd.
|

|